Zeeuwse glorie
Ik ben gek op Zeeland. Wat kan ik genieten van het weids uitzicht en de brede, bijna witte zandstranden. De zilte lucht geeft me iedere keer weer energie. Het is heerlijk rondwandelen in Zierikzee met zijn ontelbare monumenten. Hoe kleurrijk en mooi deze provincie ook is, onder water geeft zij pas echt haar geheimen prijs.

Zeeland! De duikuitrusting ligt achter in de auto, we zijn onderweg. Naast mij zit mijn vaste duikbuddy Peter. De navigatie staat ingesteld op Zierikzee, we zijn onderweg naar de Zeelandbrug. We hebben een duik gepland met laagwater. “Rij je onderlangs naar de brug?” vraagt hij verbaasd. Betrapt! Normaal rij ik bovenlangs over de N57 naar Schouwen-Duiveland, maar ik heb stiekem een plannetje waar hij niets vanaf weet. Van de week zag ik op mijn timeline schitterende foto’s voorbijkomen van flamingo’s in het Grevelingenmeer. Het haventje van het gehucht Battenoord op Overflakkee is een van de hotspots om flamingo’s in het wild te spotten. Aangezien we ruim op tijd zijn is dit een mooie tussenstop onderweg naar Zeeland. “Serieus? Wat gaaf, dat wil ik met eigen ogen zien!” reageert Peter enthousiast op mijn idee. Hij kan bijna niet geloven dat deze vogels ook in Nederland voorkomen.
Flamingo’s in Nederland
We parkeren de auto en lopen het dijkje bij het haventje op. Bam, daar staan ze! Een lange rij roze vogels met hun typische lange poten. Er zijn meer plaatsen in Nederland waar de flamingo’s voorkomen, in het IJsselmeer en het Lauwersmeer. Bij Battenoord, op de grens van Zuid-Holland en Zeeland, is het spotten van de kolonie super eenvoudig. Vanaf half oktober tot grofweg april zijn de flamingo’s aanwezig. Het zijn allemaal volwassen dieren die hier overwinteren. Ik beklim de uitkijktoren en geef een verrekijker aan Peter. “Beleef ik hier gewoon een Bonaire momentje!” zegt hij glunderend. Ik loop wat verder en stel mijn statief met camera op. Je kan redelijk dichtbij komen, maar ze staan deels in een beschermd gebied dat wij niet mogen betreden. Mijn telelens komt nu goed van pas. Al snel vergeet ik de tijd en geniet van de vogels die met hun lange snavels handig in het water op en neer gaan op zoek naar kleine waterdiertjes.


De Zeelandbrug
“Zo, hebben we toch maar mooi nummer één van de Zeeuwse Big Five afgevinkt.” zegt Peter lachend. Ik vraag welke dieren naast de flamingo er nog meer op zijn Big Five lijstje staan. “Nou, wat denk je van bruinvissen en zeehonden?” “Komt goed”, reageer ik. “Morgen bij duikstek Plompe Toren maken we daar best kans op!”
De drukte bij de Zeelandbrug valt me mee. We hebben mazzel, ik kan de auto dicht bij de trap parkeren. Dat scheelt weer sjouwen met de zware uitrusting. Peter vult zijn duikfles bij de vulcontainer, ik neem vast polshoogte aan de waterkant. Het zicht ziet er veelbelovend uit. Het water lijkt al bijna stil te staan, hoog tijd om ons om te kleden!
Peter zwemt rechts van mij, zoals we dat al jaren doen. Het voelt vertrouwd. Zijn duiklamp schijnt rustig over het rif van Japanse oesters. Een strandkrab schiet er vandoor en verdwijnt achter een spons om bovenop een zakpijp weer tevoorschijn te komen. Ik geniet van de vormen en structuren onder water. Mijn oog valt op kolonies met opstaande takjes. Ik herken het direct als spiraalmosdiertjes. Niet direct een soort om voor uit je bed te komen. Maar! Deze boompjesachtige kolonies vormen het thuis van de Gestippelde mosdierslak. Ik focus me en speur rond. Waar ik naar zoek? Een zeenaaktslak van hooguit drie centimeter. Niet bepaalt een soort uit de Big Five. Mijn Latijns is waardeloos, maar al bellenblazend spreek ik moeiteloos Thecacera pennigera. De Latijnse naam van dit slakje. Yes! Goed gecamoufleerd, maar daar heb ik je te pakken. Door de lens van mijn camera spot ik een haast transparant tot wit lichaam bedekt met oranje vlekken en zwarte en gele stippen. De kieuwkrans zit midden op zijn rug en achter de geveerde kieuwen staan twee lange vingervormige uitsteeksels. Peter komt kijken waar ik uithang. Ik kijk hem aan, wijs en zie meteen een twinkeling in zijn ogen. Dit kleine naaktslakje behoort absoluut tot een van de mooist gekleurde soorten van Nederland.
Paardje in galop
Peter weet dat hij even niets aan mij heeft. Ik bijt me volledig vast in mijn onderwerp en maak de ene na de andere foto. Er is iets heel grappigs aan zeenaaktslakken. Ze doen erg hun best om niet op te vallen, meestal zijn ze uitstekend gecamoufleerd. Maar, met een beetje biologie kennis heb je een voorsprong. Wat betreft eetpatroon zijn deze dieren enigszins autistisch. De Gestippelde mosdierslak leeft in Nederland uitsluitend van het struikvormige spiraalmosdiertje Bugula plumosa. Alsof je dag in dag uit een frikandel speciaal naar binnen werkt. Niet te doen! Net op het moment dat ik het diertje uit alle mogelijke hoeken heb vastgelegd zie ik een dringend attentie signaal van Peter zijn duiklamp. Mijn hart slaat onwillekeurig even over. Nog een naaktslak? Neeeeeee! Een zeepaardje! Maak me gek! Mocht je als kijker thuis al verbaasd zijn over flamingo’s in ons koude kikkerlandje… Ja, er komen ook zeepaardjes voor in de Oosterschelde. Sterker nog, sportduikers zien ze steeds vaker. Niet alleen in de zomer, maar zelfs in de winter. Ze zijn een stuk taaier dan je denkt. Praktisch iedere fanatieke onderwaterfotograaf heeft inmiddels wel een zeepaardje op stal. Mijn eerste zeepaardje zag ik jaren geleden bij Goese Sas op Zuid-Beveland. Het drong niet eens tot mij door. Ik dacht eerst dat het een zeenaald was. Wel vond ik de krul in zijn staart wat vreemd. Ik zie me zelf nog zitten op de stoep van het fotolab de volgende ochtend. Vol ongeduld, wachtend op de ontwikkeling van het filmrolletje. Nu verschijnen de foto’s direct op mijn kleine scherm.


‘t Oliegeultje
Een beetje euforisch staan we na te praten bij de auto. Wat een onwijs gave duik! Dit moet gevierd worden. We hebben dorst en honger! Ik stel voor om een klein hapje te eten bij ‘t Oliegeultje in de pittoreske haven van Burghsluis. Zodra het kan verlaat ik de N57 bij Schelphoek. Ik rij het liefst zo veel mogelijk langs het water van de Oosterschelde richting het restaurant. Over de Stolpweg, Karremansweg en Plompetorenweg. Ik kan deze route wel dromen. In de verte doemt het historisch herkenningspunt Plompe Toren uit de 15e eeuw op. “Ho! Stop!” klinkt het naast me. Ik kijk niet rechts opzij, maar meteen links naar het glinsterende water. Er steekt een zwarte driehoek net boven het wateroppervlak uit. Sierlijk glijdt een bruinvis door het water. Ik herken het dier aan zijn enigszins stompe snuit. Meestal komen ze twee tot vier- keer, kort achter elkaar boven water. Om dan één tot drie minuten onder water te blijven. Nu we hier toch zijn parkeer ik bij de toren. Zittend op een muraltmuur, die ooit diende als alternatieve en goedkope dijkverhoging, genieten we van de Zeeuwse walvisshow. Het is lang geleden dat ik bij de Plompe Toren dook. Ik heb echt een haat-liefde verhouding met deze duiklocatie. Of je duikt hier in een soort van sneeuwstorm, waarbij je het liefst het water zo snel mogelijk uit wil, of je waant je bij wijze van spreken in de tropen.
Verdronken dorpen
Vlotjes beklim ik smalle traptreden. We hebben het gisterenavond niet te bont gemaakt en ik heb heerlijk geslapen in onze B&B in Burgh-Haamstede. En ik heb echt zin in vandaag. Bovenop de Plompe Toren hebben we niet alleen uitzicht over de Oosterschelde, maar ook over de omringende karrevelden en inlagen. Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar de kerktoren is het enige restant van Koudekerke. Eind vijftiende eeuw lag de zeedijk van Schouwen nog ruim drie kilometer verderop in de Oosterschelde. In dit Zuidland lagen veertien welvarende dorpen. Koudekerke was er één van. Onderwater vind je er weinig van terug. Door de dreiging van het water werd de eens zo bloeiende nederzetting opgegeven. Zeeuwen zijn zûûnig en bouwmateriaal was schaars. De huizen werden plank voor plank en steen voor steen afgebroken. “Weet je onze duik bij het Lodijksche Gat nog?” doorbreekt Peter de stilte. Nou en of! Zeeland kent ongeveer 200 verdronken dorpen en stadjes. Tijdens onze duik in het Lodijksche Gat werd deze Zeeuwse verdronken geschiedenis onverwacht heel erg tastbaar. We maakten een bootduik en zwommen vijftien meter diep onder water tegen een enorme muurdeel aan. Pak hem beet 3,5 meter hoog en 15 meter lang. Wat bleek? Dit was een overblijfsel dat bijna vijfhonderd jaar op de bodem van Oosterschelde had gesluimerd. Het was een spoor van het verdronken kasteel van Lodijke dat ooit in de buurt van de stad Reimerswaal stond. Ik pak mijn verrekijker en zie dat de Roggenplaat voor een groot deel onder water is verdwenen. De voedselrijke zandplaten vormen een rijk gedekte tafel voor vogels. Er is geen zeehond te zien. Het is ook bijna hoog water, tijd om ons om te kleden!
Kiekeboe
Wat een bofkont ben ik! Soms zit het mee en soms zit het tegen, maar vandaag is het zicht heel goed. Het onderwaterlandschap is zo overweldigend. Het tapijt met brokkelsterren negeer ik. Mijn aandacht gaat uit naar prachtig gekleurde zeeanjelieren. Ze vormen een kleurrijke lappendeken. Ik zie zachte kleuren als lichtroze, oranje, bruin, beige, maar ook melkwit. De bollenvelden in het voorjaar zijn er niets bij.
Wat is het als onderwaterfotograaf toch heerlijk om met een goede spotter te duiken. Peter wijst een jonge kolonie Dodemansduim aan, onze enige koudwaterkoraalsoort. Ja je leest het goed. Er komt ook koraal voor in Zeeland. We duiken dieper en onwillekeurig moet ik aan de Noordzee denken. We scoren waaierkokerwormen en zelfs een zeedahlia. De tentakels hebben een prachtig kleurverloop. Ik check mijn manometer en onze duiktijd. Ha, tijd en lucht zat voor wat foto’s.
Terwijl ik me op de zeedahlia concentreer zie ik in mijn ooghoek wat heen en weer zwemmen. Als ik op kijk zie ik een vis met blauwgroene tekening. Dat kan er ook nog wel bij, het is een flinke Zwartooglipvis. Grappig weetje in deze tijd van LHBTQIA+ seksuele geaardheden en genderidentiteiten, alle soorten lipvissen worden eerst als vrouwtje geboren. Ik bijt mijn mondstuk bijna kapot van frustratie. De lipvis speelt kiekeboe met me, ik zet een foto uit mijn hoofd. Langzaam stijgen we over de bodem omhoog. Ik wil een poging wagen om een Rode paardenanemoon te fotograferen. Ze leven in het gebied tussen eb en vloed tussen stenen van dijken. Bij het aantrekken van mijn duikvinnen vielen ze me op. Ze lijken dan op rode tomaatjes. Al snel spot ik er een paar. Ik heb mijn zinnen gezet op een foto waarop je ook goed de blauwige wratten kan zien. Dit zijn blaasjes die zijn gevuld met netelkapsels en dienen ter verdediging. Het contrast tussen de blauwe knobbels en het rode lichaam is bijzonder fotogeniek. Hola! Wat een guitig koppie. Schiet daar zo maar een steenslijmvis tevoorschijn. Een van de aaibaarste vissen in Zeeland. Deze moet natuurlijk nog op de foto, wat een perfecte afsluiting van deze heerlijk duik.


Brouwersdam
Tradities moet je in ere houden. Ik hoef het niet eens te overleggen met Peter. Na de duik rijden we traditiegetrouw naar de Brouwersdam, één van de hotspots in Zeeland. De Grevelingen aan de ene, en de Noordzee aan de andere kant. Voor we neerploffen bij een strandtent nemen we een kijkje bij de spuisluis. Aan de zeezijde bij de Brouwerssluis zijn altijd wel een paar zeehonden te zien. Op het brede strand zijn buggykiters in de weer. Ik zie ervaren kitesurfers mega hoge sprongen maken. En wij? Wij kijken recht in de grote donkere ogen van een grijze zeehond. Zo nu en dan verdwijnt het dier onder water. Het wemelt hier van de vis. Dat trekt de zeehonden naar de dam om te jagen op makreel of zeebaars. Hebben we nog iets te wensen? Zeeland wat ben je weer mooi!